het hoofd goud gebruind
hier en daar
een zilveren vlek
glinstert wat ongeschoren baard
en getuig ik
met zwembroek aan
achter de schootcomputer
van het straatrumoer
dat zich door het open raam
een weg naar binnen baant:
een boot stroomt sonoor stadwaarts
kinderlijk kirrende koters
klinken als opgewekte vogels
op het plein
dat volgende week vrij,
een zomer lang
eenzaam zal zijn
ritmisch tikken stratenmakers
steen tot metrisch mozaïek
een blaster blaast een muzikale lijst
om de Van Lennep,
als een prelude van matinale activiteit,
die weldra zal verstommen
onder de stadse hitte
die in stilte
haar zwoele werk verricht
nog even doorwerken
voor de siësta begint
Geen opmerkingen:
Een reactie posten