een stem uit het verleden spreekt tot je:
“je leest nu
wat ik schreef
toen ik dacht
nog lang
te leven
maar van mij
bestaan
alleen nog
deze woorden
zuig, lezend, deze regels leven leeg die mijn ogen als die van jou nu deden bewegen:
naar links dus
besef
dat de mijne verteerd zijn
en dat jij nu leeft
zoals ik
toen ik opschreef
wat je op mijn verzoek leest
en dat dat bijzonder
en eindig is
zo eindig
als dit gedicht
hier onderricht"
Een verzameling versjes, aforismen, epigrammen,(lijf)spreuken en gedichten of pictoriale zinnen uit de koker van Christophe Rocour. Het beste van niks. Niets mag zonder schriftelijke toestemming van de auteur openbaar gemaakt, vermenigvuldigd of gedeeld worden met voor of door derden . Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur. Geen idee waarom, maar zo is dat geregeld, terwijl er geen groter compliment bestaat dan dat iemand anders zijn naam zou willen zetten onder mijn gedichten.
dinsdag 2 november 2010
vrijdag 17 september 2010
goeie zaken
altruisme
ook een zaak
van (goeiige) egoisten
ook een zaak
van (goeiige) egoisten
dinsdag 14 september 2010
blijvend vergissen in goedkoop gevoel
soms is het zo
dat het lijkt
alsof niets lijkt
wat het is
en niets is
wat het lijkt
lijkt me soms
maar dat is niet altijd zo
van die onzekerheid
weet ik me
mijn leven lang
al verzekerd
gratis en
voor niets
nog wel
een koopje
voor al dat
dat waard is
dat het lijkt
alsof niets lijkt
wat het is
en niets is
wat het lijkt
lijkt me soms
maar dat is niet altijd zo
van die onzekerheid
weet ik me
mijn leven lang
al verzekerd
gratis en
voor niets
nog wel
een koopje
voor al dat
dat waard is
donderdag 2 september 2010
Van altijd naar nooit in 20 jaar
Van '(voor) altijd'
en 'engel'
naar 'honeybee'
tot 'heerlijk dier'
via 'liefste'
en 'lieverd'
richting 'lieve'
langs 'schat'
en 'man'
naar 'nu niet'
tot 'nooit meer'
duurde 20 jaar
20 jaar tussen altijd en nooit:
niets zo relatief
als absolutie
niets zo tijdelijk
als verzekerde eeuwigheid
zoveel is zeker
voor eeuwig en altijd
en 'engel'
naar 'honeybee'
tot 'heerlijk dier'
via 'liefste'
en 'lieverd'
richting 'lieve'
langs 'schat'
en 'man'
naar 'nu niet'
tot 'nooit meer'
duurde 20 jaar
20 jaar tussen altijd en nooit:
niets zo relatief
als absolutie
niets zo tijdelijk
als verzekerde eeuwigheid
zoveel is zeker
voor eeuwig en altijd
woensdag 25 augustus 2010
Balans
gezondheid, wijsheid, liefde, vrijheid
vragen
gezondheid, wijsheid, liefde, vrijheid
gezondheid, wijsheid, liefde, vrijheid
bieden
gezondheid, wijsheid, liefde, vrijheid
vragen
gezondheid, wijsheid, liefde, vrijheid
gezondheid, wijsheid, liefde, vrijheid
bieden
gezondheid, wijsheid, liefde, vrijheid
vrijdag 13 augustus 2010
mallemolen van leven
de mallemolen van het leven
vermaalt dagelijks bestaan,
van ieders' heroische tot zomaar-dagen
achteloos
tot er geen meer wordt aangedragen
de tredmolen
draait op leven
vreet alles en
produceert niets
niets dat langer blijft dan even
altijd in beweging
op herhaling
herhaling
herhaling
d-weg-file van de dood
in tirannieke tred van dag en nacht
wat een bestaan
van niets
dat nergens toe leidt
als aan 't einde eenieder bevrijdt
stapt uit het leven van die malle molen
vermaalt dagelijks bestaan,
van ieders' heroische tot zomaar-dagen
achteloos
tot er geen meer wordt aangedragen
de tredmolen
draait op leven
vreet alles en
produceert niets
niets dat langer blijft dan even
altijd in beweging
op herhaling
herhaling
herhaling
d-weg-file van de dood
in tirannieke tred van dag en nacht
wat een bestaan
van niets
dat nergens toe leidt
als aan 't einde eenieder bevrijdt
stapt uit het leven van die malle molen
maandag 31 mei 2010
Na de overgave het begin
de knoop in mijn buik
de prop in mijn keel
vonden hun weg naar de plee
gaf ik me over
aan het perspectief
van een leven zonder jou
of verzette mijn lijf zich met bloed, gal en zuur?
het besef dat ons einde nadert
en ruimte maakt voor een nieuw begin
moet nog komen
zoals bij een kotsziek wezen,
dat overmand door oncontroleerbare krachten
braakt en braakt en braakt
lijdzaam wachtend tot het over is
en waarvoor overgave
de start is
van een nieuw begin
de prop in mijn keel
vonden hun weg naar de plee
gaf ik me over
aan het perspectief
van een leven zonder jou
of verzette mijn lijf zich met bloed, gal en zuur?
het besef dat ons einde nadert
en ruimte maakt voor een nieuw begin
moet nog komen
zoals bij een kotsziek wezen,
dat overmand door oncontroleerbare krachten
braakt en braakt en braakt
lijdzaam wachtend tot het over is
en waarvoor overgave
de start is
van een nieuw begin
zaterdag 22 mei 2010
SOA
ik hield van je
ontblootte mijn ziel
die ik zachtjes onder mijn arm droeg
hoorde me met je praten
het murwe hart op de tong
gaf je
mezelf
jij zweeg
gaf chagrijn
of niet thuis
werd boos
zag niet wie ik was
hoorde niet wat ik zei
beleefde niet wat ik deed
en gaf me zodra je kon
ook wat
(waarvoor bedankt: ik ben genezen)
ontblootte mijn ziel
die ik zachtjes onder mijn arm droeg
hoorde me met je praten
het murwe hart op de tong
gaf je
mezelf
jij zweeg
gaf chagrijn
of niet thuis
werd boos
zag niet wie ik was
hoorde niet wat ik zei
beleefde niet wat ik deed
en gaf me zodra je kon
ook wat
(waarvoor bedankt: ik ben genezen)
maandag 12 april 2010
Zonder wil
het is kanslozer dan kansloos
als je kansen niet wil benutten
je bent horende doof
als je niet wil luisteren
je wordt ziende blind
als je niet wil zien
je blijft bozer dan boos
als je niet mild wil zijn
je wordt denkende dom
als je niet wil begrijpen
wat je niet wil proeven
blijft zonder smaak
je wordt gevoelloos
als je niet wil voelen
zonder wil
wil niks
als je kansen niet wil benutten
je bent horende doof
als je niet wil luisteren
je wordt ziende blind
als je niet wil zien
je blijft bozer dan boos
als je niet mild wil zijn
je wordt denkende dom
als je niet wil begrijpen
wat je niet wil proeven
blijft zonder smaak
je wordt gevoelloos
als je niet wil voelen
zonder wil
wil niks
zondag 28 februari 2010
Ga
lieverd,
verlaat me alsjeblieft
je kwetst me
en ik heb je alleen maar lief
kilzwijgende koelte
is onze afgebladderde troon van liefde
waarvoor ik onwennig wachtend sta
niet wetend
of je mijn trouw beantwoordt
nu je afstandelijke stilte kiest
weet dat ik voor je verdwijnen wil
ongemerkt wel wil verdampen
om het allerteerste te ontzien
maar vraag je nu, omdat ik het zelf niet kan
lieverd, verlaat me alsjeblieft
je kwetst me
en ik heb je alleen maar lief
verlaat me alsjeblieft
je kwetst me
en ik heb je alleen maar lief
kilzwijgende koelte
is onze afgebladderde troon van liefde
waarvoor ik onwennig wachtend sta
niet wetend
of je mijn trouw beantwoordt
nu je afstandelijke stilte kiest
weet dat ik voor je verdwijnen wil
ongemerkt wel wil verdampen
om het allerteerste te ontzien
maar vraag je nu, omdat ik het zelf niet kan
lieverd, verlaat me alsjeblieft
je kwetst me
en ik heb je alleen maar lief
zondag 7 februari 2010
Sterven zonder overlijden
nu je niet meer bij me bent
zie ik je ’s ochtends niet meer naast me liggen
tilt je blik me niet meer op
streelt jou dons me niet
kus ik je niet
en ontbijten we niet samen
maak ik geen koffie verkeerd voor je
en drinken we die niet meer op
gaan we niet langer ieder onze weg
om ’s avonds bij elkaar te komen
nemen we niet de dag door
noch houden we elkaar vast,
en slapen we niet langer in hetzelfde bed
eenzelfde nacht vergelijkbare dromen
vieren we niet langer ieders leven ook niet dat van ons twee
noch dat van onze kinderen
beleven we nooit meer nieuwe verledens
doen we beiden
alles alleen
zoals sterven
zonder te overlijden
nu je niet meer bij me bent
zie ik je ’s ochtends niet meer naast me liggen
tilt je blik me niet meer op
streelt jou dons me niet
kus ik je niet
en ontbijten we niet samen
maak ik geen koffie verkeerd voor je
en drinken we die niet meer op
gaan we niet langer ieder onze weg
om ’s avonds bij elkaar te komen
nemen we niet de dag door
noch houden we elkaar vast,
en slapen we niet langer in hetzelfde bed
eenzelfde nacht vergelijkbare dromen
vieren we niet langer ieders leven ook niet dat van ons twee
noch dat van onze kinderen
beleven we nooit meer nieuwe verledens
doen we beiden
alles alleen
zoals sterven
zonder te overlijden
nu je niet meer bij me bent
zaterdag 2 januari 2010
stadsfragment
drie hoog
spellen calligrafische voedselsporen
het einde van de maaltijd
en heft hij het glas
waarin oude herfst plat ligt te deinen
haar geheven elleboog
brengt een hand
in bevroren beweging nabij d'r mond
in doorzichtige vingers balancerend
bloeit een glanzende bel
waarin een plasje wijn
fonkelend tegen haar getuite lippen golft
voordat het purperrood
door een knakkende hand verstoot
in haar mond uitdooft
buiten groeit de nacht
onder de maneschijn
en biedt een pas ontwaakte lantaarnpaal
parkeerplaats
aan een rustende fiets
waar en passant
een hond zich opgewekt mee
in zijn behoefte voorziet
spellen calligrafische voedselsporen
het einde van de maaltijd
en heft hij het glas
waarin oude herfst plat ligt te deinen
haar geheven elleboog
brengt een hand
in bevroren beweging nabij d'r mond
in doorzichtige vingers balancerend
bloeit een glanzende bel
waarin een plasje wijn
fonkelend tegen haar getuite lippen golft
voordat het purperrood
door een knakkende hand verstoot
in haar mond uitdooft
buiten groeit de nacht
onder de maneschijn
en biedt een pas ontwaakte lantaarnpaal
parkeerplaats
aan een rustende fiets
waar en passant
een hond zich opgewekt mee
in zijn behoefte voorziet
aards paradijs
geen kennis
geen onderscheid
geen onderscheid
geen oordeel
geen oordeel
alles goed
- of niet
in het aards paradijs
is geen kennis
geen onderscheid
of oordeel
alles is er zoals het is
geen onderscheid
geen onderscheid
geen oordeel
geen oordeel
alles goed
- of niet
in het aards paradijs
is geen kennis
geen onderscheid
of oordeel
alles is er zoals het is
Ego
ego:
ik heb een hekel aan ego’s
zo vol van zichzelf
laten ze geen ruimte over
voor mij
ego:
ik hou van ego’s
zo vol van zichzelf
laten ze geen ruimte over
voor mij
ego:
ik hou van ego’s
waar zou ik zijn
zonder hen?
ego:
ik heb een hekel aan ego’s
door hen besta ik
ego’s: ze doen me denken aan mezelf
maar ik ben het niet
ik heb een hekel aan ego’s
zo vol van zichzelf
laten ze geen ruimte over
voor mij
ego:
ik hou van ego’s
zo vol van zichzelf
laten ze geen ruimte over
voor mij
ego:
ik hou van ego’s
waar zou ik zijn
zonder hen?
ego:
ik heb een hekel aan ego’s
door hen besta ik
ego’s: ze doen me denken aan mezelf
maar ik ben het niet
Vrijheid
vrij zijn
zij
die bevrijd zijn
van moeten en
van willen
en
van de slavernij
die vrijheid
kan zijn
zij
die bevrijd zijn
van moeten en
van willen
en
van de slavernij
die vrijheid
kan zijn
Gift
toen ik nergens naar zocht
werd alles een vondst
toen ik aan niets specifieks dacht
was dat me allemaal duidelijk
toen ik niets wenstte
kreeg ik alleen maar giften
(wie van alles wil, wense zich beter niets)
werd alles een vondst
toen ik aan niets specifieks dacht
was dat me allemaal duidelijk
toen ik niets wenstte
kreeg ik alleen maar giften
(wie van alles wil, wense zich beter niets)
Taal der liefde
de taal
der liefde
spreekt in stilte
minus het geluid
dat dat maakt
der liefde
spreekt in stilte
minus het geluid
dat dat maakt
Hoe lang nog?
hoe lang nog
om te leren verliezen
wat ik heb(ben mag)
als mijn leven krimpt
met de snelheid van de nieuwe dag?
hoe vaak nam ik afscheid?
van sleutels,
portemonnee en bril
thuis in de trein of op straat
willoos, eigenlijk geen daad.
van huizen
die me warmden
en die ik bouwde
en me verlangen deden
om weg te gaan
van juffen,
mijn eerste lief,
de sportclub, de voetbalstraat
en het bos waar de allerhoogste boom
van ons dorp vast nog staat
ik nam afscheid van mijn jeugd
of was het andersom?
van herinneringen
en herinneringen aan herinneringen
en van de gedachte daar aan
van dromen, wensen, verlangens
al blijven ze komen
en -ingelost of niet-
vergaan
in de dagen
van mijn krimpend bestaan
elke dag waarin ik niets begroet
en niets gedag zeg
lijd ik werkelijk verlies:
kostbare tijd
te zijn met wat er is
en wat vergaat
en vraag ik me af
hoe lang ik nog heb
om te leren verliezen
als mijn leven vordert met de dag
en ik weldra niets meer verliezen mag
om te leren verliezen
wat ik heb(ben mag)
als mijn leven krimpt
met de snelheid van de nieuwe dag?
hoe vaak nam ik afscheid?
van sleutels,
portemonnee en bril
thuis in de trein of op straat
willoos, eigenlijk geen daad.
van huizen
die me warmden
en die ik bouwde
en me verlangen deden
om weg te gaan
van juffen,
mijn eerste lief,
de sportclub, de voetbalstraat
en het bos waar de allerhoogste boom
van ons dorp vast nog staat
ik nam afscheid van mijn jeugd
of was het andersom?
van herinneringen
en herinneringen aan herinneringen
en van de gedachte daar aan
van dromen, wensen, verlangens
al blijven ze komen
en -ingelost of niet-
vergaan
in de dagen
van mijn krimpend bestaan
elke dag waarin ik niets begroet
en niets gedag zeg
lijd ik werkelijk verlies:
kostbare tijd
te zijn met wat er is
en wat vergaat
en vraag ik me af
hoe lang ik nog heb
om te leren verliezen
als mijn leven vordert met de dag
en ik weldra niets meer verliezen mag
eenheid
zonder polen
geen tegenpolen
geen noord, geen zuid
alles grenzeloos ruim
geruisloos
omringt stilte
er ieder geluid
gedesoriënteerd raken
oordelen
kant noch wal
leven
sterft niet langer
enige dood
bezit
bezit niet langer
enig verlies
vorm
vormt geen maat meer
voor inhoud
begin
kent niet langer
een eind
en ik
geen jij versus mij
geen tegenpolen
geen noord, geen zuid
alles grenzeloos ruim
geruisloos
omringt stilte
er ieder geluid
gedesoriënteerd raken
oordelen
kant noch wal
leven
sterft niet langer
enige dood
bezit
bezit niet langer
enig verlies
vorm
vormt geen maat meer
voor inhoud
begin
kent niet langer
een eind
en ik
geen jij versus mij
aan alle vergeten namen
ik vergeet vaak
namen
tot boosheid of gene
van hun eigenaren
ze denken niet te bestaan
zonder die naam
leven begrenst
een bestaan in naam
wat karig aan
met lummels als ik
waar het bestaan
van namen vergaan
ik ga me aan ze te buiten
Hans, nee sorry Jaap of was het Mark
(Joost mag het weten)
maar mensen vergeet ik niet
hoe die boze of gegeneerde
ook heetten
namen
tot boosheid of gene
van hun eigenaren
ze denken niet te bestaan
zonder die naam
leven begrenst
een bestaan in naam
wat karig aan
met lummels als ik
waar het bestaan
van namen vergaan
ik ga me aan ze te buiten
Hans, nee sorry Jaap of was het Mark
(Joost mag het weten)
maar mensen vergeet ik niet
hoe die boze of gegeneerde
ook heetten
moedermelk
liefde, de onzichtbare motor
liefde, goed voor elk
liefde, goed voor elk
samen leven
toen ik mij
in jou vond
leefde jij
in mij
en waren wij
één
met alles
allebei
in jou vond
leefde jij
in mij
en waren wij
één
met alles
allebei
liefde
liefde is zo simpel
dat ze geen beschrijving dult
éénvoudiger dan woorden
onschuldig als een vlinder die slaapt
of je blik
als ik dit tik.
dat ze geen beschrijving dult
éénvoudiger dan woorden
onschuldig als een vlinder die slaapt
of je blik
als ik dit tik.
samen leven
ik
noch jij
wij
op plekken
voorbij
begin of eind
noch jij
wij
op plekken
voorbij
begin of eind
samen
stiller dan zwijgen
verder dan reizen
kunnen we gaan
als we dichtbij
elkaar staan
verder dan reizen
kunnen we gaan
als we dichtbij
elkaar staan
met jou
geen waarom
geen hoe
met jou
doen vragen
er niet toe
geen hoe
met jou
doen vragen
er niet toe
eeuwig nu
ooit is later: nu
vroeger was gisteren: nu
nu is nu
altijd en eeuwig zijn momenten: nu
leven in het moment
is leven in de eeuwigheid
vroeger was gisteren: nu
nu is nu
altijd en eeuwig zijn momenten: nu
leven in het moment
is leven in de eeuwigheid
koppig mens
je weet toch
dat ik je bij me draag?
je weet toch
dat ik aan je denk?
je weet toch
dat ik je soms ruik of meen te zien?
je weet toch
dat ik je ooit nog eens wat vraag?
waarom probeer jij je dan te verstoppen
in zo’n maffe kist
diep in de grond?
Koppig mens
tot na je dood!
dat ik je bij me draag?
je weet toch
dat ik aan je denk?
je weet toch
dat ik je soms ruik of meen te zien?
je weet toch
dat ik je ooit nog eens wat vraag?
waarom probeer jij je dan te verstoppen
in zo’n maffe kist
diep in de grond?
Koppig mens
tot na je dood!
zomers kadeplein
het hoofd goud gebruind
hier en daar
een zilveren vlek
glinstert wat ongeschoren baard
en getuig ik
met zwembroek aan
achter de schootcomputer
van het straatrumoer
dat zich door het open raam
een weg naar binnen baant:
een boot stroomt sonoor stadwaarts
kinderlijk kirrende koters
klinken als opgewekte vogels
op het plein
dat volgende week vrij,
een zomer lang
eenzaam zal zijn
ritmisch tikken stratenmakers
steen tot metrisch mozaïek
een blaster blaast een muzikale lijst
om de Van Lennep,
als een prelude van matinale activiteit,
die weldra zal verstommen
onder de stadse hitte
die in stilte
haar zwoele werk verricht
nog even doorwerken
voor de siësta begint
hier en daar
een zilveren vlek
glinstert wat ongeschoren baard
en getuig ik
met zwembroek aan
achter de schootcomputer
van het straatrumoer
dat zich door het open raam
een weg naar binnen baant:
een boot stroomt sonoor stadwaarts
kinderlijk kirrende koters
klinken als opgewekte vogels
op het plein
dat volgende week vrij,
een zomer lang
eenzaam zal zijn
ritmisch tikken stratenmakers
steen tot metrisch mozaïek
een blaster blaast een muzikale lijst
om de Van Lennep,
als een prelude van matinale activiteit,
die weldra zal verstommen
onder de stadse hitte
die in stilte
haar zwoele werk verricht
nog even doorwerken
voor de siësta begint
kwesties van leven en dood (na 9/11)
“Humor,
een zaak
om serieus te nemen”
“Geen gevoel
voor religie
is niet geestig”
in vrijheid
van spreken
en geloven
worden allen gehoord
of:
als taalfundamentalisten
geloofsbelijdenis als taal aanhoren
en geloofsfundamentalisten
taalvrijheid als religie beschouwen
leren beiden
biddend spreken
en sprekend bidden
in gezamenlijke belijdenis
die keuzenvrij
onderworpen
een dienst
van goede intenties is
een zaak
om serieus te nemen”
“Geen gevoel
voor religie
is niet geestig”
in vrijheid
van spreken
en geloven
worden allen gehoord
of:
als taalfundamentalisten
geloofsbelijdenis als taal aanhoren
en geloofsfundamentalisten
taalvrijheid als religie beschouwen
leren beiden
biddend spreken
en sprekend bidden
in gezamenlijke belijdenis
die keuzenvrij
onderworpen
een dienst
van goede intenties is
Hennetjesbrug
boven op de brug
blaast je hoofd
een wolk van haar
de middag in
en ontploft zonlicht
op je huid
voor de laatste maal
in mijn gezicht
onder ons
lispelt vloeiend leven
en voert jou en mij
traag
de oneindigheid in
rustig
zonder veel zin
onomkeerbaar
verdwijnend,
als de laatste 'dag'
waarmee dit afscheid
begint
boven op de brug
waar tijd
het van onze liefde wint
blaast je hoofd
een wolk van haar
de middag in
en ontploft zonlicht
op je huid
voor de laatste maal
in mijn gezicht
onder ons
lispelt vloeiend leven
en voert jou en mij
traag
de oneindigheid in
rustig
zonder veel zin
onomkeerbaar
verdwijnend,
als de laatste 'dag'
waarmee dit afscheid
begint
boven op de brug
waar tijd
het van onze liefde wint
klein geluk
vanochtend
ontbeet ik
een witte wolk
bij een kransje zon
in een blauw decor
en jou
dekens
warm van slaap
omarmen me mild
voldaan
wiegt mijn oog
naar de klok
die nog een uurtje
vrij aanwijst
ontbeet ik
een witte wolk
bij een kransje zon
in een blauw decor
en jou
dekens
warm van slaap
omarmen me mild
voldaan
wiegt mijn oog
naar de klok
die nog een uurtje
vrij aanwijst
parktak
gedragen door
groengeel blad
dwarrelt een
geknakte tak
met mos omkleed
slordig voor
mijn voeten neer
warrig als wind
waaiert zoëven
geur van leven
dat ruikt naar
beweging en
nog één keer
stilte voor de storm
in de boom
die broedt
en binnenkort
bottels baart
volgende voorstelling
na de pauze
ergens in maart
groengeel blad
dwarrelt een
geknakte tak
met mos omkleed
slordig voor
mijn voeten neer
warrig als wind
waaiert zoëven
geur van leven
dat ruikt naar
beweging en
nog één keer
stilte voor de storm
in de boom
die broedt
en binnenkort
bottels baart
volgende voorstelling
na de pauze
ergens in maart
Dood leeft
Dood schuurt
Dood zwijgt
Dood scheidt
Dood ontroert
Dood ontleedt
Dood verbindt
Dood bevrijdt
Dood herinnert
Dood ontboezemt
Dood verbroedert
Dood is relatief
Dood is absoluut
Dood sterft niet
Dood leeft
Dood zwijgt
Dood scheidt
Dood ontroert
Dood ontleedt
Dood verbindt
Dood bevrijdt
Dood herinnert
Dood ontboezemt
Dood verbroedert
Dood is relatief
Dood is absoluut
Dood sterft niet
Dood leeft
Thuis
hij had geen bestemming
zocht geen weg
vond geen antwoorden
op vragen
die er niet waren
en (ver)dwaalde niet
hij was thuis
zocht geen weg
vond geen antwoorden
op vragen
die er niet waren
en (ver)dwaalde niet
hij was thuis
zielsverwanten
tranen zijn
als kinderen van de ziel
geboren uit ogen
getuigen ze
van hun warm
en helder bestaan,
blussen brandende liefde
en verzengende pijn
en dansen
vol mededogen,
de wang toekerend,
hun weg naar het einde
direct
en alleen tegemoet
om te versterven
in een hoekje lip,
of op te gaan
in eeuwig niets
als kinderen van de ziel
geboren uit ogen
getuigen ze
van hun warm
en helder bestaan,
blussen brandende liefde
en verzengende pijn
en dansen
vol mededogen,
de wang toekerend,
hun weg naar het einde
direct
en alleen tegemoet
om te versterven
in een hoekje lip,
of op te gaan
in eeuwig niets
dichter
tijd
taal
dood
liefde
meer
wil ik
niet kwijt
taal
dood
liefde
meer
wil ik
niet kwijt
wees van de liefde
onbeantwoorde liefde
woont gevangen door verlangen
in het huis van eenzaamheid
als de zon schijnt
ziet hij de buien hangen
verdoofd hoort hij
losse klanken
waar melodieën klinken
de honger naar liefde
onstilbaar voedend
met de behoefte naar meer,
zwervend over wegen
om te krijgen,
waar liefde zich blootgeeft
in gedeelde overgave,
en in geven dat krijgen is
terwijl verlangens
om te nemen,
in dolende levenswandelingen
gidsen naar doodlopende paden
of fata morgana
wees van de liefde
verlamd kan hij zijn arm
niet reiken
niet troosten, niet aannemen
of uitdelen
en anderen zijn schouder
niet lenen
wees van de liefde
is als de eenzaamste kluizenaar
vervreemd van zijn omgeving
opgesloten in zichzelf
heeft hij zelfs geen plaats
voor zijn eigen ik
als reiziger in behoefte
benadert hij heimelijk nieuwe contacten
op zoek naar beloften van menselijk verbond
vindt hij illusies
die op zijn best lijken op de schaduw van het origineel
(zonder kleur zonder diepte)
en wordt teleurgesteld heremiet
die berust in de zekerheid van solitude
zijn ziel beschermend voor al wat hij niet
met anderen meemaken mag
als steen zo hard
verstart het mildste gevoel
in diepe smart
wie kan het verlangen naar liefde verlaten?
wie slaat het verkrampt graniet tot moes?
de wees van de liefde
zingt zijn valse noten
die het publiek
niet wil horen
tenzij het luisteren moet
en direct daarna
snakkend de vrijheid opzoekt
de laatste die blijft
heet Genade
die vindt alles goed
en is er om niet
hij herkent in de kakofonie
de harttoon van de wees
en aanhoort hem
geroerd
zoals hij is
onbeantwoord bis bis
baren hem tranen van verdriet
maar in dank
neemt Genade aan
de gift van dat ene lied
dat getweeën beleefd
troost biedt
het zoeken verleerd
in de bevrediging
van het gebodene
vindt de wees
de stille rust van liefde
die aanvaarding is
en stopt met zoeken
en zingen
eindelijk stil
eindelijk rust
woont gevangen door verlangen
in het huis van eenzaamheid
als de zon schijnt
ziet hij de buien hangen
verdoofd hoort hij
losse klanken
waar melodieën klinken
de honger naar liefde
onstilbaar voedend
met de behoefte naar meer,
zwervend over wegen
om te krijgen,
waar liefde zich blootgeeft
in gedeelde overgave,
en in geven dat krijgen is
terwijl verlangens
om te nemen,
in dolende levenswandelingen
gidsen naar doodlopende paden
of fata morgana
wees van de liefde
verlamd kan hij zijn arm
niet reiken
niet troosten, niet aannemen
of uitdelen
en anderen zijn schouder
niet lenen
wees van de liefde
is als de eenzaamste kluizenaar
vervreemd van zijn omgeving
opgesloten in zichzelf
heeft hij zelfs geen plaats
voor zijn eigen ik
als reiziger in behoefte
benadert hij heimelijk nieuwe contacten
op zoek naar beloften van menselijk verbond
vindt hij illusies
die op zijn best lijken op de schaduw van het origineel
(zonder kleur zonder diepte)
en wordt teleurgesteld heremiet
die berust in de zekerheid van solitude
zijn ziel beschermend voor al wat hij niet
met anderen meemaken mag
als steen zo hard
verstart het mildste gevoel
in diepe smart
wie kan het verlangen naar liefde verlaten?
wie slaat het verkrampt graniet tot moes?
de wees van de liefde
zingt zijn valse noten
die het publiek
niet wil horen
tenzij het luisteren moet
en direct daarna
snakkend de vrijheid opzoekt
de laatste die blijft
heet Genade
die vindt alles goed
en is er om niet
hij herkent in de kakofonie
de harttoon van de wees
en aanhoort hem
geroerd
zoals hij is
onbeantwoord bis bis
baren hem tranen van verdriet
maar in dank
neemt Genade aan
de gift van dat ene lied
dat getweeën beleefd
troost biedt
het zoeken verleerd
in de bevrediging
van het gebodene
vindt de wees
de stille rust van liefde
die aanvaarding is
en stopt met zoeken
en zingen
eindelijk stil
eindelijk rust
Amnesia
ik ben
ik ben iets
ik ben iets vergeten
maar weet
maar weet niet
maar weet niet wat
ik ben iets
ik ben iets vergeten
maar weet
maar weet niet
maar weet niet wat
Abonneren op:
Posts (Atom)